|
Datum
|
SBU
|
Korte
omschrijving activiteit
|
|
21/02/2014
|
3u
|
Les Religie, Zingeving
en Levensbeschouwing
|
|
25/02/2014
|
5u30min
|
Keuze onderwerp +
Zoeken artikel +Opstellen blog + Bespreken artikel
|
|
28/02/2014
|
5 min
|
Webadres blog
doorsturen
|
|
19/04/2014
|
1u45min
|
Bekijken documentaire
Panorama op tv met gezin en erover praten.
|
|
12/05/2014
|
2u20min
|
Prentenboeken opzoeken
rond armoede op internet en in bib KHLeuven
|
|
15/05/2014
|
2u
|
Boeken over armoede en
onderwijs zoeken in bib Leuven
|
|
01/06/2014
|
6u
|
Bronnen van bib lezen en
belangrijkste aanduiden
|
|
12/07/2014
|
2u30min
|
Vraagjes interview
opgesteld + interview gaan afnemen
|
|
17/07/2014
|
5u40min
|
Internet opzoekingen
van bronnen rond kinderarmoede en kansarmoede in vlaanderen
|
|
25/07/2014
|
1u
|
Bekijken van
documentaire Panorama voor de tweede maal, notities opschrijven op papier
|
|
16/08/2014
|
6u
|
Alles wissen van blog,
opnieuw beginnen, welkom schrijven en startartikel herschrijven en
onderzoeksvragen opstellen
|
|
17/08/2014
|
1u20min
|
nogmaals korte
fragmenten uit documentaire bekijken en samen met notities uitschrijven op
blog
|
|
17/08/2014
|
2u30min
|
verplichte literatuur
doornemen en mening uitschrijven op blog
|
|
17/08/2014
|
5u
|
door middel van
bespreking bronnen antwoord geven op onderzoeksvragen
|
|
17/08/2014
|
2u
|
Interview uittypen,
vervolgens verwerken en posten op blog
|
|
17/08/2014
|
3u
|
Lezersbrief +
Bronnenlijst samenstellen en posten + logboek posten
|
Welkom op mijn blog. Ik ben Yasmine Abidi, een tweedejaars studente kleuteronderwijs aan de KHLeuven. Voor het vak RZL (religie, zingeving en levensbeschouwing) werden we gevraagd om via een blog een onderzoek te doen rond een levensbeschouwelijk thema dat van toepassing is in de kleuterklas. Al heel snel kwam ik tot het thema armoede. Het is iets wat zoveel beïnvloedt, dat ik het belangrijk vond om mezelf er in te verdiepen.
Logboek
Lezersbrief aan Klasse
Beste Leerkrachten,
Mijn naam is Yasmine Abidi en ik zit in mijn tweede jaar kleuteronderwijs. Voor het vak Religie, zingeving en levensbeschouwing werd ons de opdracht gegeven om een onderwerp binnen het vak te zoeken en hier rond een onderzoek op te zetten.
Het duurde niet lang of ik kwam op het onderwerp armoede uit. Ik had een tijd daarvoor een reportage op Panorama gezien, die over kinderarmoede in Vlaanderen ging. Voor deze reportage was ik mijn niet bewust van het grote aantal kinderen dat recht onder onze neuzen in armoede leeft.
Ik vroeg mij dus af, op welke manier leerkrachten deze kinderen, die het al moeilijk genoeg hebben, kunnen helpen.
Door vele boeken en websites te doorzoeken begon er zich stilletjes aan een beeld te vormen van de situatie. Ik was geschokt door de dingen die er gebeuren in een maatschappij die zich welvarend noemt.
Op dit ogenblik zitten we vooral met het nog wat onzichtbare probleem van nieuwe armen. De mensen die het vroeger wel goed hadden, maar nu door scheiding, werkloosheid, sterfgeval, plots in de armoede terechtgekomen zijn. Deze mensen gaan, nog meer dan de mensen die in armoede geboren zijn, een schaamte met zich meedragen over hun situatie. Ze zullen niet om hulp vragen en op die manier gaan er veel van de hulpmiddelen die er wel zijn, aan hen voorbij. Dit is natuurlijk ergens wel begrijpelijk, maar ergens moeten we deze ouders er toch uit weten te halen. Het is dus aan de leerkrachten om te zien welke ouders het moeilijk hebben.
Armoede heeft ten eerst invloed op de gezondheid van kleuters. Vaker wel dan niet, grijpen ouders naar goedkope ongezonde voeding, in plaats van even na te denken over op welke wijze ze toch gezond kunnen koken. Dus die kleuters eten ongezonde voeding en vaak veel te weinig vitamines. Ten tweede heeft armoede dan weer een materieel effect. Deze kleuters krijgen misschien minder leuke of geen cadeautjes op Sinterklaas, verjaardagen, Kerstmis,... Dit heeft dan weer effect in hun sociale leven in de klas. Tijdens het kringmoment kunnen ze niet meepraten over die cadeaus, maar ook na een vakantie vallen ze wat uit de boot, doordat zij nergens naartoe gegaan zijn.
Als laatste heeft het dan natuurlijk een effect op hun verdere schoolcarrière, en met hierin spelen wij vooral een rol, en niet altijd een positieve rol.
Kleuters zitten in een moment in hun leven dat ze nog niet altijd alles snappen, maar wel veel opnemen. Als ze thuis leven met depressieve of gefrustreerde ouders, zal je dat ook aan het kind merken. Dit kind kan dan tegendraads beginnen doen, of hetzelfde gedrag als de ouder vertonen, roepen bijvoorbeeld.
Het is daarom van cruciaal belang, dat we 'moeilijke' kinderen niet afschrijven en er minder van gaan verwachten.
We moeten juist evenveel van hen blijven verwachten als we van een kleuter die rijke ouders heeft verwachten.
Mijn naam is Yasmine Abidi en ik zit in mijn tweede jaar kleuteronderwijs. Voor het vak Religie, zingeving en levensbeschouwing werd ons de opdracht gegeven om een onderwerp binnen het vak te zoeken en hier rond een onderzoek op te zetten.
Het duurde niet lang of ik kwam op het onderwerp armoede uit. Ik had een tijd daarvoor een reportage op Panorama gezien, die over kinderarmoede in Vlaanderen ging. Voor deze reportage was ik mijn niet bewust van het grote aantal kinderen dat recht onder onze neuzen in armoede leeft.
Ik vroeg mij dus af, op welke manier leerkrachten deze kinderen, die het al moeilijk genoeg hebben, kunnen helpen.
Door vele boeken en websites te doorzoeken begon er zich stilletjes aan een beeld te vormen van de situatie. Ik was geschokt door de dingen die er gebeuren in een maatschappij die zich welvarend noemt.
Op dit ogenblik zitten we vooral met het nog wat onzichtbare probleem van nieuwe armen. De mensen die het vroeger wel goed hadden, maar nu door scheiding, werkloosheid, sterfgeval, plots in de armoede terechtgekomen zijn. Deze mensen gaan, nog meer dan de mensen die in armoede geboren zijn, een schaamte met zich meedragen over hun situatie. Ze zullen niet om hulp vragen en op die manier gaan er veel van de hulpmiddelen die er wel zijn, aan hen voorbij. Dit is natuurlijk ergens wel begrijpelijk, maar ergens moeten we deze ouders er toch uit weten te halen. Het is dus aan de leerkrachten om te zien welke ouders het moeilijk hebben.
Armoede heeft ten eerst invloed op de gezondheid van kleuters. Vaker wel dan niet, grijpen ouders naar goedkope ongezonde voeding, in plaats van even na te denken over op welke wijze ze toch gezond kunnen koken. Dus die kleuters eten ongezonde voeding en vaak veel te weinig vitamines. Ten tweede heeft armoede dan weer een materieel effect. Deze kleuters krijgen misschien minder leuke of geen cadeautjes op Sinterklaas, verjaardagen, Kerstmis,... Dit heeft dan weer effect in hun sociale leven in de klas. Tijdens het kringmoment kunnen ze niet meepraten over die cadeaus, maar ook na een vakantie vallen ze wat uit de boot, doordat zij nergens naartoe gegaan zijn.
Als laatste heeft het dan natuurlijk een effect op hun verdere schoolcarrière, en met hierin spelen wij vooral een rol, en niet altijd een positieve rol.
Kleuters zitten in een moment in hun leven dat ze nog niet altijd alles snappen, maar wel veel opnemen. Als ze thuis leven met depressieve of gefrustreerde ouders, zal je dat ook aan het kind merken. Dit kind kan dan tegendraads beginnen doen, of hetzelfde gedrag als de ouder vertonen, roepen bijvoorbeeld.
Het is daarom van cruciaal belang, dat we 'moeilijke' kinderen niet afschrijven en er minder van gaan verwachten.
We moeten juist evenveel van hen blijven verwachten als we van een kleuter die rijke ouders heeft verwachten.
Dit lijkt zo triviaal, maar het is de eerste en belangrijkste stap om armoede niet in kansarmoede te laten overgaan. Als je je verwachtingen hoog houdt, dan gaan de kleuters er ook naar streven om deze te bereiken. We mogen nooit opgeven omdat een kind het je moeilijker maakt om het hem iets aan te leren.
Net zij moeten dat extra beetje moeite van ons krijgen. Net zij moeten onze steun en vertrouwen blijven krijgen. We moeten maken dat armoede, niet volledig in kansarmoede vervalt.
En daar, spelen wij ook een rol in.
En daar, spelen wij ook een rol in.
Bronnenlijst
Websites
Hoe ga je om met nieuwe armen (2013) van http://www.klasse.be/archief/hoe-ga-je-om-met-nieuwe-armen/
Kansen in het onderwijs (2000) van
http://www.ond.vlaanderen.be/zorgvuldigbestuur/pdf/AntwerpenArmoedeSchool.pdf
Kansarmoede aanpakken op school van http://www.klasse.be/ouders/14791/kansarmoede-aanpakken-op-school/
Scholen worden vangnet voor nieuwe armen van http://www.klasse.be/leraren/37933/scholen-worden-vangnet-voor-nieuwe-armen/
http://deredactie.be/permalink/2.33672?eid=1.2041662
Zonder ons stopt het niet: de klim van kinderarmoede 3 februari 2014 (OPINIE) - Peter Adriaensen van http://www.demorgen.be/dm/nl/2461/Opinie/article/detail/1786050/2014/02/03/Zonder-ons-stopt-het-niet-de-klim-van-kinderarmoede.dhtml
Kansarmoede (h)erkennen en kaderen van http://www.diversiteitactie.be/themas/kinderarmoede-ko/professionalisering/kansarmoede-kaderen
http://www.steunpuntgok.be/kleuteronderwijs/andere_initiatieven/
Het volledige dossier armoede op klasse via: http://www.klasse.be/leraren/themas/armoede/
Reportage Panorama: Arm Vlaanderen http://deredactie.be/cm/vrtnieuws/videozone/programmas/panorama/EP_130620_Panorama_armoede?playlist=7.39638
Elias, B. (2003). Kermis voor Sam?. Hasselt: Clavis
Kolet, J., Verplancke, K. (ill) (2011). Een dag met Robby. Wielsbeke: De Eenhoorn
Janssens A., Trimbos, D., (2014) Een eerlijke kans. Tielt: Lannoo
Roose, I., Pulinx, R., Van Avermaet, P., (2014) Kleine kinderen, grote kansen. Koning Boudewijnstichting
Hoe ga je om met nieuwe armen (2013) van http://www.klasse.be/archief/hoe-ga-je-om-met-nieuwe-armen/
Kansen in het onderwijs (2000) van
http://www.ond.vlaanderen.be/zorgvuldigbestuur/pdf/AntwerpenArmoedeSchool.pdf
Kansarmoede aanpakken op school van http://www.klasse.be/ouders/14791/kansarmoede-aanpakken-op-school/
Scholen worden vangnet voor nieuwe armen van http://www.klasse.be/leraren/37933/scholen-worden-vangnet-voor-nieuwe-armen/
Zonder ons stopt het niet: de klim van kinderarmoede 3 februari 2014 (OPINIE) - Peter Adriaensen van http://www.demorgen.be/dm/nl/2461/Opinie/article/detail/1786050/2014/02/03/Zonder-ons-stopt-het-niet-de-klim-van-kinderarmoede.dhtml
Kansarmoede (h)erkennen en kaderen van http://www.diversiteitactie.be/themas/kinderarmoede-ko/professionalisering/kansarmoede-kaderen
http://www.steunpuntgok.be/kleuteronderwijs/andere_initiatieven/
Het volledige dossier armoede op klasse via: http://www.klasse.be/leraren/themas/armoede/
Video's
Boeken
Kolet, J., Verplancke, K. (ill) (2011). Een dag met Robby. Wielsbeke: De Eenhoorn
Janssens A., Trimbos, D., (2014) Een eerlijke kans. Tielt: Lannoo
Roose, I., Pulinx, R., Van Avermaet, P., (2014) Kleine kinderen, grote kansen. Koning Boudewijnstichting
Gesprek met een ouder die in armoede leeft
Omwille van privacy redenen, wilde de moeder haar naam niet op het internet publiceren, wat ik natuurlijk volledig kon begrijpen.
Ik sprak met deze fantastische dame af in het Heldenpark, aangezien zij daar elke zaterdag met haar 2 kinderen (4 jaar en 10 jaar) gaat spelen.
Wat zij mij vertelde was vooral schrijnend, omdat zij zelf wel hard haar best doet om uit haar situatie te raken, maar dat ze zonder een middelbare school diploma, nergens een goede job vindt.
Ik vroeg haar op welke manieren haar financiële situatie al effect heeft gehad op het leven van haar kinderen.
"Ik doe mijn best, maar sommige dingen kan ik ze echt niet geven. Tijdens de vakanties kunnen we nergens naartoe, want ik heb de centen niet om die dingen te betalen. Ik kom dus veel naar hier en dan spelen ze met de andere kinderen, want er zijn veel ouders die naar hier komen in de vakanties, omdat ze het ook niet kunnen betalen om iets anders te doen. Gelukkig zijn er in Eeklo wel vaak toffe dingen te doen voor kindjes die soms ook gratis zijn. Het Heldenpark doet wel vaak spelletjesnamiddagen die altijd heel plezant zijn. Maar ook de balloonmeeting, daar zijn ook altijd super dingen te doen, dit jaar was er een clown en de jongste vond dat echt machtig. Maar ik kan ze ook niet veel nieuwe kleren kopen, of dure spelletjes uit de winkel. De jongste draagt nu bijvoorbeeld ook de pull van S toen die klein was. Gelukkig zijn het alle twee jongens. Op school valt dat nogal mee, alhoewel ik toch vaak hard moet krabben als S weer iets nodig heeft voor in de les. Wanneer T ook al die dingen gaat nodig hebben, weet ik niet hoe ik dat ga doen."
Heb je al gemerkt of het invloed heeft op hun leven op school?
"Het is vooral moeilijker voor hen, omdat ik ze geen mooie kleren kan kopen, en dat is moeilijk voor hen. Bij T bijvoorbeeld, was het carnaval in de klas, en ze mochten met verkleedkleren naar school komen. Maar ik kon dat niet gaan kopen, ik had ook zo niets thuis. Ik heb hem toen met mijn oogpotlood een piratenlapje getekend en zo een litteken met streepjes op zijn wang. Gelukkig had hij ook een streepjes T-shirt liggen, en zo ging hij toch nog als piraat naar school. Maar ik zag hem op school wel het zwaard van een vriendje proberen af te pakken, dat deed wel zeer. Ik kreeg in het begin van het jaar ook een briefje dat er een fruitprogramma was, en of ik mijn kinderen hierin wou inschrijven. Dat kostte dan €25 per kind. Ik wou ze daar graag alletwee voor inschrijven, maar €50 kon ik die maand echt niet missen. Dus heb ik dat niet kunnen doen. Dat vond ik verschrikkelijk."
Merk je van de school uit hulp, of juist niet?
"Ik zie wel een paar dingen die ze doen, zoals de soep 's middags bij S, die krijgen ze gratis. Maar ik durf ook niet echt om hulp te gaan vragen, dat is zo schaamtelijk. Ik zoek wel altijd op de tweedehandssites, de dingen die hij dan nodig heeft, dat ik ze niet nieuw moet gaan kopen. Maar soms laten ze echt pas laat weten dat ze iets nodig gaan hebben, en dan kan dat natuurlijk niet. Dan moet ik het wel nieuw gaan kopen, anders heeft hij het niet op tijd. Omdat ik de vorige 2 facturen nog niet heb betaald, hebben ze mij wel een termijnafbetaling gegeven, dat ik het in kleine stukjes afbetaal. Maar anders heb ik nog niet veel gemerkt. Dat kan misschien ook aan mij liggen. Ik vraag er ook niet echt om. Ik loop daar nu niet mee te koop he."
Worden de kinderen soms boos als je hen iets niet kan kopen?
"De kleinste wel nog, maar S niet meer, vroeger ook, maar nu snapt hij het wel. Ik vind dat wel jammer, omdat ik hen alles wel wil kopen, maar dan hebben we geen geld meer om naar de winkel te gaan en dat is nog altijd belangrijker."
Ik praatte nog een eindje voort met haar, en zelf kon ze ook niets zeggen wat de scholen nog konden doen. Ze weet dat haar oudste zoon wel gepest geweest is, maar nu praat hij er niet meer over, dus weet ze het niet. Ze hoopt nog altijd dat ze er uit zal raken, en ze blijft optimistisch.
Als toekomstige leerkracht, weet ik zelf helemaal niet hoe ik deze vrouw en haar kinderen zou kunnen helpen. Het enige dat bij mij opkwam tijdens het gesprek, was dat, zoals in de tips hieronder, de school alle materialen al veel vroeger had moeten mededelen.
Het is erg dat een alleenstaande moeder zo hard moet vechten om eten op de tafel te krijgen en geen werk vindt omdat ze ten eerste geen diploma heeft (door de zwangerschap), ten tweede het ook niet kan halen, omdat ze voortdurend met de kinderen zit, en dus niet zomaar even naar de les kan gaan, of examens gaan afleggen, en ten derde ook geen job kan aannemen waar ze weg is op de momenten dat de kinderen thuis zijn. Er moet ergens een oplossing gevonden worden, die ofwel gratis/goedkope opvang voorziet, als de ouders aan het werk zijn of hun diploma aan het halen zijn, voor de mensen die gewoon niemand anders hebben die voor hun kinderen kan zorgen. Er is wel al goedkope opvang, maar die zit altijd vol, en er zijn veel minder plaatsen dan er kinderen zijn. Het is een vicieuze cirkel, die aartsmoeilijk is om te breken.
Scholen worden het vangnet voor nieuwe armen
In dit artikel wordt het nog eens benadrukt dat het moeilijk is als ouder om je mentaal aan te passen aan plotse armoede. Dit is het fenomeen 'nieuwe armen', mensen die door werkloosheid, scheiding, of een andere onverwachte ontwikkeling in de armoede terechtkomen. Deze mensen hadden het vaak goed voordien, en dus is het een hele aanpassing om plots om hulp te gaan vragen.
Hier heeft de leerkracht en de school dan een belangrijke rol.
Zij zijn het eerste vangnet. Als een kind geen eten meeheeft, kan de school niet anders dan dat kind toch iets te eten te geven. Daarom vind ik het initiatief van TNA Londenstraat in Antwerpen goed. Ieder kind kind kan daar gratis soep bekomen. Ook voor de kinderen die wel boterhammen mee hebben, maar niet altijd verse groentjes te eten krijgen, is een tas soep dan toch weer wat extra vitaminen. Als school en als leerkracht moet je je ogen openhouden en een hand toesteken waar nodig en waar het aanvaard wordt natuurlijk.
We mogen hen niet door de mazen van het net laten glippen, want zo ontstaat de vicieuze cirkel van armoede. Kinderen die hun potentieel niet gaan bereiken omdat ze een job hebben, of omdat ze gewoonweg het geld niet hebben om te gaan studeren.
Hierbij wil ik toch ook nog even het plan van de Vlaamse Overheid vermelden om de fondsen van het hoger onderwijs te verlagen. Het enige wat dit zal doen is de drempel alleen maar hoger maken voor de kinderen met de capaciteiten om te gaan studeren, maar die de financiële middelen niet hebben. Deze kinderen zullen dan eerder opteren om in het middelbaar al een beroeps of technische richting te doen, zodat ze een job hebben na het secundair en niet nog verder gaan studeren. En dit zou niet mogen.
We mogen hen niet door de mazen van het net laten glippen, want zo ontstaat de vicieuze cirkel van armoede. Kinderen die hun potentieel niet gaan bereiken omdat ze een job hebben, of omdat ze gewoonweg het geld niet hebben om te gaan studeren.
Hierbij wil ik toch ook nog even het plan van de Vlaamse Overheid vermelden om de fondsen van het hoger onderwijs te verlagen. Het enige wat dit zal doen is de drempel alleen maar hoger maken voor de kinderen met de capaciteiten om te gaan studeren, maar die de financiële middelen niet hebben. Deze kinderen zullen dan eerder opteren om in het middelbaar al een beroeps of technische richting te doen, zodat ze een job hebben na het secundair en niet nog verder gaan studeren. En dit zou niet mogen.
http://deredactie.be/permalink/2.33672?eid=1.2041662
Enkele mooie prentenboeken bij het thema armoede
Een dag met Robby
Als alleenstaande ouder heeft Robby’s moeder het niet makkelijk. Nu is Jordy ook nog eens ziek. Zoals elke ochtend wast Robby zich met koud water en moet hij zich alleen aankleden. Het ontbijt bestaat uit een glas melk en koekjes omdat het brood en de cornflakes op zijn. Op weg naar school loopt Robby voorbij de speelgoedwinkel. Als hij daar de hijskraan die hij zo graag wil, ziet staan, vraagt hij zich af of de Sint zich vergist heeft. Want de Sint bracht Robby sokken met gezichtjes op en niet hetgene wat hij echt wou, die kraan. In de klas laat de juf de kinderen vertellen wat de Sint gebracht heeft. Een trein, een pop, een raceauto, … Robby zegt niets en laat zijn mooie sokken in zijn tas zitten. De Sint heeft wel de kraan naar de klas gebracht heeft, en Robby is ongelooflijk blij. Als de kinderen zien dat Robby sokken van de Sint kreeg, zeggen ze dat dat geen speelgoed is.
'Een dag met Robby' geeft een heel realistisch maar tegelijkertijd ook heel aandoenlijk beeld van hoe het is voor een kind om op te groeien in een kansarm gezin. Dit is een van de boeken die zeker niet mag ontbreken in een sensibiliseringscampagne in de klas rond armoede. Het geeft de kleuters een heel duidelijk beeld dat het ok is om anders te zijn, en je kan ook zelf in de klas een poppenkast met sokken doen. Bovenop al die pluspunten, komt er nog eens dat het prachtig geïllustreerd is, dus niets dan goeds.
Sam gaat, zonder zakgeld te hebben, naar de kermis. 'Nieuwe zusjes kosten handenvol geld,' zegt zijn moeder,'en vader heeft geen werk meer'. Sam kijkt verlangend naar de verschillende kermisattracties, suikerspinnen en oliebollen.
Dit prentenboek kadert in een drieluik, gerealiseerd i.s.m. Welzijnszorg. De andere boeken zijn gemaakt op het niveau lager en secundair onderwijs.
Het verhaal is vlot geschreven en de korte zinnetjes vormen een leuk voorleesritme.
Het personage van Sam is goed uitgediept, met de juiste en geloofwaardige emoties. Hij kijkt naar de dingen die rondom hem gebeuren en reageert er gepast op. De auteur weet de clichés van armoede te vermijden en maakt dat we nergens een gevoel van zieligheid gaan ervaren.
De prenten zijn een ander verhaal, Sam is in ongeloofwaardige lompen gekleed en de prenten zijn ook niet helemaal wat ze moeten zijn. Dit dan ook nog in contrast met de schreeuwerige kleuren.
Dit is wel jammer, want de rest van het verhaal zelf, is echt goed, en brengt de juiste boodschap over. Al bij al zou ik het verhaal wel gebruiken in de klas, maar meer focussen op het verhaal en minder op de prenten. Dit is mogelijk aangezien het toch enkel voor 5-jarigen bedoelt is.
Als alleenstaande ouder heeft Robby’s moeder het niet makkelijk. Nu is Jordy ook nog eens ziek. Zoals elke ochtend wast Robby zich met koud water en moet hij zich alleen aankleden. Het ontbijt bestaat uit een glas melk en koekjes omdat het brood en de cornflakes op zijn. Op weg naar school loopt Robby voorbij de speelgoedwinkel. Als hij daar de hijskraan die hij zo graag wil, ziet staan, vraagt hij zich af of de Sint zich vergist heeft. Want de Sint bracht Robby sokken met gezichtjes op en niet hetgene wat hij echt wou, die kraan. In de klas laat de juf de kinderen vertellen wat de Sint gebracht heeft. Een trein, een pop, een raceauto, … Robby zegt niets en laat zijn mooie sokken in zijn tas zitten. De Sint heeft wel de kraan naar de klas gebracht heeft, en Robby is ongelooflijk blij. Als de kinderen zien dat Robby sokken van de Sint kreeg, zeggen ze dat dat geen speelgoed is.
'Een dag met Robby' geeft een heel realistisch maar tegelijkertijd ook heel aandoenlijk beeld van hoe het is voor een kind om op te groeien in een kansarm gezin. Dit is een van de boeken die zeker niet mag ontbreken in een sensibiliseringscampagne in de klas rond armoede. Het geeft de kleuters een heel duidelijk beeld dat het ok is om anders te zijn, en je kan ook zelf in de klas een poppenkast met sokken doen. Bovenop al die pluspunten, komt er nog eens dat het prachtig geïllustreerd is, dus niets dan goeds.
Kolet, J., Verplancke, K. (ill) (2011). Een dag met Robby. Wielsbeke: De Eenhoorn
Als hij terugkeert naar huis vindt hij in het bushokje een superman, nog netjes in de verpakking. Hij twijfelt, maar laat hem toch liggen.Totdat een meisje hem terugroept en het pakje in zijn handen stopt: 'je hebt iets vergeten', waarna Sam er dolgelukkig mee naar huis gaat.
Dit prentenboek kadert in een drieluik, gerealiseerd i.s.m. Welzijnszorg. De andere boeken zijn gemaakt op het niveau lager en secundair onderwijs.
Het verhaal is vlot geschreven en de korte zinnetjes vormen een leuk voorleesritme.
Het personage van Sam is goed uitgediept, met de juiste en geloofwaardige emoties. Hij kijkt naar de dingen die rondom hem gebeuren en reageert er gepast op. De auteur weet de clichés van armoede te vermijden en maakt dat we nergens een gevoel van zieligheid gaan ervaren.
De prenten zijn een ander verhaal, Sam is in ongeloofwaardige lompen gekleed en de prenten zijn ook niet helemaal wat ze moeten zijn. Dit dan ook nog in contrast met de schreeuwerige kleuren.
Dit is wel jammer, want de rest van het verhaal zelf, is echt goed, en brengt de juiste boodschap over. Al bij al zou ik het verhaal wel gebruiken in de klas, maar meer focussen op het verhaal en minder op de prenten. Dit is mogelijk aangezien het toch enkel voor 5-jarigen bedoelt is.
Elias, B. (2003). Kermis voor Sam?. Hasselt: Clavis
Tijdens mijn zoektochten in de bibliotheek van de KHLeuven en die van Eeklo, merkte ik dat er wel weinig prentenboeken zijn geschreven rond het thema armoede. Is het zo een moeilijk thema om iets rond te verzinnen? Er zijn zoveel boeken rond dood, anders zijn,.... Maar over een belangrijk, zij het wel complex thema voor kleuters, is er dan zo weinig te vinden.
Allebei deze boeken zijn geschreven in samenwerking met Welzijnszorg, wat wel wilt zeggen dat er een handleiding is bij beiden, met allerlei extra tips en ideeën voor het gebruik in de klas.
Het wordt misschien ook eens tijd dat er meer boeken verschijnen, want als je zoveel keuze hebt in de bibliotheek bij alle andere thema's, ga je als juf misschien sneller naar een thema grijpen, waar je meer dingen bij kan geven.
Kan het zijn dat we als leerkracht soms de weg van de minste weerstand kiezen. De thema's waar we van weten dat de kleuters die leuk zullen vinden. We kunnen het ook anders aanpakken denk ik dan. Je moet dan geen themaweek rond armoede doen, je integreert deze boeken en andere elementen rond armoede gewoon in andere thema's. Een dag met Robby, kan je bij het thema ziek zijn steken of bij Sinterklaas.
Kermis voor Sam? is een no brainer, bij het thema kermis natuurlijk, of het thema feest, of alles wat met leuke dingen te zien heeft.
Ik bedenk hier net dat ik hier wel allemaal mooie woorden zit te spuien, maar in de praktijk zal het sowieso wel moeilijker zijn om zo een boek bij de kinderen aan te brengen. Maar we moeten blijven proberen.
Tijdens mijn zoektochten in de bibliotheek van de KHLeuven en die van Eeklo, merkte ik dat er wel weinig prentenboeken zijn geschreven rond het thema armoede. Is het zo een moeilijk thema om iets rond te verzinnen? Er zijn zoveel boeken rond dood, anders zijn,.... Maar over een belangrijk, zij het wel complex thema voor kleuters, is er dan zo weinig te vinden.
Allebei deze boeken zijn geschreven in samenwerking met Welzijnszorg, wat wel wilt zeggen dat er een handleiding is bij beiden, met allerlei extra tips en ideeën voor het gebruik in de klas.
Het wordt misschien ook eens tijd dat er meer boeken verschijnen, want als je zoveel keuze hebt in de bibliotheek bij alle andere thema's, ga je als juf misschien sneller naar een thema grijpen, waar je meer dingen bij kan geven.
Kan het zijn dat we als leerkracht soms de weg van de minste weerstand kiezen. De thema's waar we van weten dat de kleuters die leuk zullen vinden. We kunnen het ook anders aanpakken denk ik dan. Je moet dan geen themaweek rond armoede doen, je integreert deze boeken en andere elementen rond armoede gewoon in andere thema's. Een dag met Robby, kan je bij het thema ziek zijn steken of bij Sinterklaas.
Kermis voor Sam? is een no brainer, bij het thema kermis natuurlijk, of het thema feest, of alles wat met leuke dingen te zien heeft.
Ik bedenk hier net dat ik hier wel allemaal mooie woorden zit te spuien, maar in de praktijk zal het sowieso wel moeilijker zijn om zo een boek bij de kinderen aan te brengen. Maar we moeten blijven proberen.
Tien tips voor een kostenvriendelijke school.
1. Communiceer al tijdens de inschrijving via de (wettelijk verplichte) bijdrageregeling helder en volledig over schoolkosten.2. Maak gespreide betaling mogelijk. Deel aan alle ouders mee welke betalingsmogelijkheden er zijn. Factureer frequenter en voor kleinere bedragen. Zo ligt de betalingslast voor ouders lager.
3. Laat de eerste schoolrekening vroeg komen. Zo ontdek je snel betalingsproblemen.
4. Bespreek het kostenbeleid met de ouderraad.
5. Zoek budgetvriendelijke middelen om de doelstellingen van de school te bereiken.
6. Breng alle schoolkosten in kaart. Ook van materialen die ouders niet rechtstreeks aan de school betalen. Is alles nodig? kan het goedkoper? Zijn er verborgen kosten?
7. Laat vakgroepen nadenken over materialen, uitstappen, boeken …
8. Zoek alternatieve financiering voor projecten en uitstappen. Werk samen met LOP’s, regionale technologische centra, de verbroederde gemeente …
9. Zeg aan ouders voor welke activiteiten ze een tegemoetkoming (o.a. van het ziekenfonds) kunnen krijgen.
10. Geef de materialenlijst mee vóór de grote vakantie. De koopjesperiode begint op 1 juli.
Bron: http://www.klasse.be/ouders/14791/kansarmoede-aanpakken-op-school/
Toen ik dit las, vond ik dat dit op alle scholen direct moest toegepast worden. Het zorgt ervoor dat het voor minder goed bedeelde ouders, toch net iets makkelijker wordt om hun kind naar school te sturen. Maar het zorgt er ook voor dat je als leerkracht sneller ziet of er iets mis is en dus sneller kan ingrijpen. Ouders en kinderen gaan er nooit zelf voor uitkomen dat ze het moeilijk hebben thuis, dus het is onze taak om hen op alle mogelijk manieren te helpen, zonder dat ze zich hierover moeten schamen of voor een blok gesteld voelen. Door iedereen die informatie te geven over tegemoetkomingen, wordt niemand geviseerd en zullen de ouders die het nodig hebben, sneller naar die instanties stappen.
Ik verwijs nog maar eens naar de documentaire op Panorama. Eén van de ouders wist bijvoorbeeld lang niet van de studietoelages, en kon ze dus ook niet gebruiken.
Het is altijd wat ongemakkelijk om een ouder aan te spreken over zijn of haar financiële moeilijkheden, omdat het voor beide partijen wat genant is, een taboe. Dus moeten we manieren vinden om die mensen te helpen zonder dat het neerbuigend overkomt, of gewoonweg uit trots geweigerd wordt.
Deze tips kunnen alle leerkrachten en scholen helpen om dit te doen.
Verplichte literatuur: Politieke partijen en hun visie op religie in het onderwijs
Groen: Deze partij ziet school als een plaats voor het samenkomen en ontdekken van religies. Hier kunnen ze erover praten, en met elkaar en de leerkrachten in dialoog gaan hierover. Zij vinden dat ouders via hun schoolkeuze het recht hebben om hun kinderen bepaalde waarden mee te geven. Ook moet het hen vrij staan om geen levensbeschouwelijk vak aan hun kind mee te geven. Ik ga voor het merendeel akkoord met hun standpunten, behalve met het laatste. Elk kind zou informatie over alle verschillende religies moeten meekrijgen. Dit wilt niet zegen dat ze daarom een religie moeten aannemen, maar ze moeten tenminste de informatie hebben zodat ze ook verdraagzamer in het leven kunnen staan. Want angst en discriminatie ontstaan vaak uit onwetendheid.
Open vld:
Deze partij vindt het vooral belangrijk dat de religies met elkaar vergeleken kunnen worden. De manier waarop dit aangebracht wordt is voor hen minder belangrijk, maar dat het gebeurt is cruciaal. Zoals ik hierboven al zei, vind ik dit ook belangrijk, omdat je zo verdraagzaamheid en een multiculturele klas- en schoolgemeenschap stimuleert.
SP.A:
Kinderen moeten een keuze hebben in religie, maar er moet ook een gemeenschappelijk iets zijn. Daar leren kinderen over respect en verdraagzaamheid. Om dit te bekomen, moeten ze natuurlijk weten wat al die verschillende godsdiensten en culturen inhouden, en daarom moeten ze hierover geïnformeerd worden. Hier ga ik natuurlijk ook volledig me akkoord. Het is belangrijk om de kinderen al van jongs af aan in contact te brengen met andere religies. Het leren omgaan met die religies en er dan ook respect voor opbrengen staat centraal.
CD&V:
Levensbeschouwing moet in elke school aangeboden worden, maar het is aan de school om te kiezen op welke wijze ze deze aanbrengt. Dit standpunt vind ik goed omdat de kinderen de kas krijgen om hun eigen geloof verder te ontwikkelen, ontdekken en te verkennen.
LDD:
Deze partij zou tevreden zijn wanneer er alleen vrije scholen zouden zijn. Deze zouden dan zelf kiezen of en welke levensbeschouwelijke en religieuze vakken er gegeven worden. Ze houden rekening met de keuze van de school en de ouders, want zij gaan beslissen welke vakken de kinderen zullen krijgen.
Met deze standpunten heb ik wel wat problemen. Op deze manier zouden de ouders zelf gaan beslissen welke informatie hun kinderen krijgen. Dit kan er voor zorgen dat ouders die heel gelovig zijn, enkel hun geloof aan hun kinderen willen meegeven, en ook via de school dit beperken. Het idee is mooi, maar de uitwerking kan problemen geven.
Vlaams Belang:
Zowel godsdienst en zedenleer moet blijven zoals het nu is. De invulling van deze vakken kan uitgebreid worden naar meer religies. Ze geven hierover weinig toepasbare ideeën, het is allemaal vaag. Al bij al, dus niet echt een standpunt, eerder een, 'hier laten we alles gewoon zoals het is'.
NVA:
Volgens deze partij moet de overheid zich niet gaan bezighouden met de opvoeding van de kinderen. De ouders kiezen voor de scholen die het best bij hun kinderen passen. Dit is ergens juist, maar je moet ook niet te veel vrijheid laten. Dit kan leiden tot scholen dit gewoon geen informatie meer aanbieden over andere religies dan diegene die zij volgen, zoals het vroeger dus was. Dit kan niet de bedoeling zijn.
Verplichte literatuur: Obama en zijn visie op geloof
In alle verschillende teksten en filmpjes die ik las en bekeek, viel mij vooral één ding op. Obama is een bewuste christen, en is daar dan ook trots op. Maar hij is een christen die zonder vooroordelen en met een open geest in het leven staat.Hij ijvert voor verdraagzaamheid en als gevolg van de acties die hij hierrond ondernam, kreeg hij ook de Nobelprijs voor de Vrede.
Er wordt al jaren, vanuit de tegenstanders van Obama uit, beweerd dat hij moslim zou zijn, omdat in een land als Amerika, dit natuurlijk alle kansen om verkozen te worden teniet doet.
Hij heeft, zoals hij zelf zegt, ervoor gekozen om christen te zijn, en is dan ook een praktiserende gelovige.
Hij spreekt ook uit tegen de mensen die een algemene wet zouden willen opstellen, of gaan discrimineren tegen bepaalde mensen en acties, enkel en alleen gebaseerd op iets uit hun geloof.
Hij sensibiliseert zijn natie bewust over het feit dat ze geen natie van christenen zijn, maar een multiculturele natie en dit wilt dus ook zeggen verschillende geloofsovertuigingen. Het is dus belangrijk dat we niet enkel vanuit hetgene wat wij geloven naar de rest van de mensen kijken, maar ons ook proberen in te leven, in wat de anderen geloven.
Het eens vanuit hun standpunt bekijken.
Al bij al is Obama een overtuigde christen, maar een christen die het belangrijke deel van verdraagzaamheid en liefde uit zijn geloof haalt. Dit zorgt er dus voor dat de man een goede leider is voor een volk dat zijn geloof af en toe durft te gebruiken als een schild tegen vernieuwing, en dingen die anders zijn dan wat zij kennen en geloven.
Reportage Panorama: Arm Vlaanderen
http://deredactie.be/cm/vrtnieuws/videozone/programmas/panorama/EP_130620_Panorama_armoede?playlist=7.39638
'Als je meer geld hebt, je toch nog wel slimmer wordt in je leven' Dit is een van de uitspraken die Mika doet in deze reportage. Met deze simpele zin, beschrijft hij het begrip kansarmoede. Wie geld heeft, krijgt meer kansen in het leven. Je kan culturele uitstappen doen, je gaat op reis en leert over andere culturen. Maar ook gewoon dichter bij huis, je kan typelessen volgen, naar sportclubs gaan, op kamp gaan, muziekschool volgen. Al die dingen dragen bij tot een bredere educatie.
In de kleuterschool is het natuurlijk minder opvallend, omdat ze al die extra activiteiten nog niet moeten, of kunnen volgen. Daar zal je het vooral merken in de kledij die ze dragen, de verhalen die ze vertellen in de kring, maar ook of ze een volle brooddoos meehebben.
Hetgene mij ook te binnen is geschoten toen ik in de reportage de beelden zag van voedselbedeling, was dat sommige van de ouders ook de kennis niet hebben van wat nu juist gezonde en juiste voeding is voor een kind. En als ze het wel weten, dan hebben ze ook niet altijd het geld om het te kopen. Dus tijdens het eten van de boterhammen 's middags, moeten we er ook eens op letten wat er nu juist elke dag in de boterhamdoos zit. We zullen wel merken dat er niet altijd een gebalanceerde maaltijd in zit. Als leerkracht kan je dan misschien eens een weekje werken rond gezonde voeding, en de ouders er ook in betrekken, dus een namiddagje samen koken, of een 'gezond eten' boekje maken met de kleuters dat dan meegenomen wordt naar huis. Op die manier zullen de ouders ook geïnformeerd worden en zullen ze misschien de maaltijden van hun kinderen gaan revalueren.
Vervolgens viel het mij ook op, dat alle kinderen beschaamd waren over hun situatie, en dat ze op een of andere manier al eens gepest waren omwille van hun armoede.
'Sommige mensen kunnen zo gemeen doen. En niet alleen volwassenen, kinderen nemen het over.'
Daarom is het belangrijk om al vanaf een jonge leeftijd, de kinderen aan te leren dat armoede niets is om beschaamd over te zijn, of als reden te gebruiken om te pesten of uit te sluiten.
Het is een moeilijk onderwerp om rond te werken in een kleuterklas, omdat het niet makkelijk is om uit te leggen. Maar er zijn allerhande activiteiten en manieren van benaderen van armoede beschikbaar. Het is moeilijk, maar noodzakelijk.
'Als je meer geld hebt, je toch nog wel slimmer wordt in je leven' Dit is een van de uitspraken die Mika doet in deze reportage. Met deze simpele zin, beschrijft hij het begrip kansarmoede. Wie geld heeft, krijgt meer kansen in het leven. Je kan culturele uitstappen doen, je gaat op reis en leert over andere culturen. Maar ook gewoon dichter bij huis, je kan typelessen volgen, naar sportclubs gaan, op kamp gaan, muziekschool volgen. Al die dingen dragen bij tot een bredere educatie.
In de kleuterschool is het natuurlijk minder opvallend, omdat ze al die extra activiteiten nog niet moeten, of kunnen volgen. Daar zal je het vooral merken in de kledij die ze dragen, de verhalen die ze vertellen in de kring, maar ook of ze een volle brooddoos meehebben.
Hetgene mij ook te binnen is geschoten toen ik in de reportage de beelden zag van voedselbedeling, was dat sommige van de ouders ook de kennis niet hebben van wat nu juist gezonde en juiste voeding is voor een kind. En als ze het wel weten, dan hebben ze ook niet altijd het geld om het te kopen. Dus tijdens het eten van de boterhammen 's middags, moeten we er ook eens op letten wat er nu juist elke dag in de boterhamdoos zit. We zullen wel merken dat er niet altijd een gebalanceerde maaltijd in zit. Als leerkracht kan je dan misschien eens een weekje werken rond gezonde voeding, en de ouders er ook in betrekken, dus een namiddagje samen koken, of een 'gezond eten' boekje maken met de kleuters dat dan meegenomen wordt naar huis. Op die manier zullen de ouders ook geïnformeerd worden en zullen ze misschien de maaltijden van hun kinderen gaan revalueren.
Vervolgens viel het mij ook op, dat alle kinderen beschaamd waren over hun situatie, en dat ze op een of andere manier al eens gepest waren omwille van hun armoede.
'Sommige mensen kunnen zo gemeen doen. En niet alleen volwassenen, kinderen nemen het over.'
Daarom is het belangrijk om al vanaf een jonge leeftijd, de kinderen aan te leren dat armoede niets is om beschaamd over te zijn, of als reden te gebruiken om te pesten of uit te sluiten.
Het is een moeilijk onderwerp om rond te werken in een kleuterklas, omdat het niet makkelijk is om uit te leggen. Maar er zijn allerhande activiteiten en manieren van benaderen van armoede beschikbaar. Het is moeilijk, maar noodzakelijk.
Voorstelling startartikel
Zonder ons stopt het niet: de klim van kinderarmoede 3 februari 2014 (OPINIE) - Peter Adriaensen
Ik herinner me dat ik dit artikel las in de morgen, en het zeer frappant vond dat er zo weinig gedaan wordt tegen armoede en de impact die het heeft op kinderen.
Ruim 10% van de kinderen leeft in armoede. Dit is toch echt wel een zeer hoog aantal. En toch wordt er steeds minder voor gedaan. Doordat het niet meer zo zichtbaar is, vergeten we vaak dat het er is. De mensen zitten niet meer met hun kinderen op straat te bevriezen, en we zien geen uitgemergelde kinderen op straat lopen, dus we maken onszelf wijs dat het er niet is. Dat iedereen het wel goed genoeg heeft. Maar het is niet omdat ze een dak boven hun hoofd hebben en net genoeg (meestal) om te eten, dat ze niet meer in armoede leven. Maar er zijn nog kinderen die niet genoeg te eten hebben en die soms zonder boterhammen naar school komen. Of ouders kunnen hun kinderen niet op de school waar ze al hun vriendjes hebben houden, omdat de rekeningen zo hoog zijn dat ze het niet meer kunnen betalen, en er voortdurend deurwaarders op hun dak worden gestuurd van de school uit.
In dit onderzoek wil ik niet alleen bekijken wat we als volwassenen kunnen doen om de kinderen te helpen, maar ook hoe we de kinderen bewuster kunnen maken en toleranter. Het is nu eenmaal zo dat wanneer een kind niet mee kan op een klasuitstap, of geen eten mee heeft, hij of zij opgemerkt zal worden door de anderen. En anders zijn, kan ook leiden tot gepest worden, en dit moet natuurlijk voorkomen worden.
Kunnen we als leerkracht de impact van armoede op het schoolse leven verkleinen? En indien dat zo is, is het dan niet onze taak om toch ten minste, dat te doen? Een kind hoort niet gestraft te worden omdat de ouders soms de eindjes niet aan elkaar weten te knopen. We hebben er voor gezorgd in onze maatschappij dat het onderwijs zelf, voor iedereen beschikbaar is. Maar we vergeten af en toe dat er meer bij komt kijken dan enkel in de klas zitten. Kinderen willen zich voelen alsof ze er bij horen, en dat houdt veel in. Uitstapjes, reizen, meedoen met alle rages, en ga zo maar door. Kunnen we als leerkracht helpen bij deze dingen, maken dat deze kinderen zich minder beschaamd, uitgesloten, jaloers, en vooral, minder alleen voelen?
Ruim 10% van de kinderen leeft in armoede. Dit is toch echt wel een zeer hoog aantal. En toch wordt er steeds minder voor gedaan. Doordat het niet meer zo zichtbaar is, vergeten we vaak dat het er is. De mensen zitten niet meer met hun kinderen op straat te bevriezen, en we zien geen uitgemergelde kinderen op straat lopen, dus we maken onszelf wijs dat het er niet is. Dat iedereen het wel goed genoeg heeft. Maar het is niet omdat ze een dak boven hun hoofd hebben en net genoeg (meestal) om te eten, dat ze niet meer in armoede leven. Maar er zijn nog kinderen die niet genoeg te eten hebben en die soms zonder boterhammen naar school komen. Of ouders kunnen hun kinderen niet op de school waar ze al hun vriendjes hebben houden, omdat de rekeningen zo hoog zijn dat ze het niet meer kunnen betalen, en er voortdurend deurwaarders op hun dak worden gestuurd van de school uit.
In dit onderzoek wil ik niet alleen bekijken wat we als volwassenen kunnen doen om de kinderen te helpen, maar ook hoe we de kinderen bewuster kunnen maken en toleranter. Het is nu eenmaal zo dat wanneer een kind niet mee kan op een klasuitstap, of geen eten mee heeft, hij of zij opgemerkt zal worden door de anderen. En anders zijn, kan ook leiden tot gepest worden, en dit moet natuurlijk voorkomen worden.
Kunnen we als leerkracht de impact van armoede op het schoolse leven verkleinen? En indien dat zo is, is het dan niet onze taak om toch ten minste, dat te doen? Een kind hoort niet gestraft te worden omdat de ouders soms de eindjes niet aan elkaar weten te knopen. We hebben er voor gezorgd in onze maatschappij dat het onderwijs zelf, voor iedereen beschikbaar is. Maar we vergeten af en toe dat er meer bij komt kijken dan enkel in de klas zitten. Kinderen willen zich voelen alsof ze er bij horen, en dat houdt veel in. Uitstapjes, reizen, meedoen met alle rages, en ga zo maar door. Kunnen we als leerkracht helpen bij deze dingen, maken dat deze kinderen zich minder beschaamd, uitgesloten, jaloers, en vooral, minder alleen voelen?
Welkom
Welkom op mijn blog.
Ik ben Yasmine Abidi, een tweedejaars studente kleuteronderwijs aan de KHLeuven.
Voor het vak RZL (religie, zingeving en levensbeschouwing) werden we gevraagd om via een blog een onderzoek te doen rond een levensbeschouwelijk thema dat van toepassing is in de kleuterklas.
Al heel snel kwam ik tot het thema armoede. Het is iets wat zoveel beïnvloedt, dat ik het belangrijk vond om mezelf er in te verdiepen.
Ik vind het zo belangrijk omdat je als leerkracht extra oog voor moet hebben dat alle kinderen gelijke kansen krijgen, of dat er toch zeker gestreefd wordt naar dit punt.
Daarom wil ik in dit onderzoek graag proberen te weten te komen, op welke manier leerkrachten er nu mee omgaan, en door deze vragen te beantwoorden, hopelijk er een eigen visie en manier van omgaan over ontwikkel.
De onderzoeksvragen die ik tijdens mijn onderzoek zal proberen beantwoorden zijn:
1) Welke impact heeft armoede op het schoolse leven van kinderen?
2) Op welke manieren kan je er als leerkracht voor zorgen dat armoede niet altijd tot kansarmoede lijdt in het onderwijs?
Ik ben Yasmine Abidi, een tweedejaars studente kleuteronderwijs aan de KHLeuven.
Voor het vak RZL (religie, zingeving en levensbeschouwing) werden we gevraagd om via een blog een onderzoek te doen rond een levensbeschouwelijk thema dat van toepassing is in de kleuterklas.
Al heel snel kwam ik tot het thema armoede. Het is iets wat zoveel beïnvloedt, dat ik het belangrijk vond om mezelf er in te verdiepen.
Ik vind het zo belangrijk omdat je als leerkracht extra oog voor moet hebben dat alle kinderen gelijke kansen krijgen, of dat er toch zeker gestreefd wordt naar dit punt.
Daarom wil ik in dit onderzoek graag proberen te weten te komen, op welke manier leerkrachten er nu mee omgaan, en door deze vragen te beantwoorden, hopelijk er een eigen visie en manier van omgaan over ontwikkel.
De onderzoeksvragen die ik tijdens mijn onderzoek zal proberen beantwoorden zijn:
1) Welke impact heeft armoede op het schoolse leven van kinderen?
2) Op welke manieren kan je er als leerkracht voor zorgen dat armoede niet altijd tot kansarmoede lijdt in het onderwijs?
Abonneren op:
Reacties (Atom)


